Ite Boerema: grondlegger van de hyperbare geneeskunde

Geboren op 14 oktober 1902 en overleden op 23 juni 1980. In eerste instantie leek het er op dat hij voor de klas zou gaan staan maar onder andere doordat het gezin verhuisde ging hij uiteindelijk toch richting geneeskunde. Hij begon met een assistentschap anatomie  en promoveerde in 1927. Het artsexamen had hij in 1926 afgelegd en na het beëindigen van zijn carrière in de anatomie begon hij aan chirurgie. In Amerika kreeg hij de kans om te experimenteren en terug in Nederland ging hij daar mee door; het betrof vooral experimenten met dieren. In 1948 startte hij met experimenten met hypothermie dat vooral toegepast zou gaan worden bij hartchirurgie omdat er nu langer geopereerd kon worden zonder problemen als het hart stil zou staan. Hiervoor maakte hij gebruik van de hyperbare kamer, die al langer bij de Marine in gebruik was bij de behandeling van decompressieziekte. Vlak na de start in 1960 werd echter de hart-longmachine ontwikkeld en Boerema ging op zoek naar andere toepassingen zoals onder andere de bestrijding van anaërobe infecties. Hyperbare zuurstoftherapie  bleek echter ook een zeer gunstig effect te hebben bij de behandeling van koolmonoxidevergiftiging, acute longembolie en bij de bevordering van weefselgroei na bestraling of huidtransplantaties. De hyperbare kamer werd in de herfst van 1959 naar het Wilhelmina Gasthuis getransporteerd en in juli 1960 door Boerema in gebruik genomen. In 1983 verhuisde de kamer naar het Academisch Medisch Centrum waar hij tot op de dag van vandaag nog steeds staat en gebruikt wordt.