Jessica van Sliedregt (51) is een ervaren duiker en bezocht in mei samen met haar man hun zoon in Thailand. Ze maakten enkele duiken bij Phuket. ‘Op maandag was het leuk, maar dinsdag waren de omstandigheden anders. De golven waren hoog en ik raakte snel buiten adem. Na een half uur duiken stopten we op 5 meter diepte voor een safety stop bij een rotsformatie. Door de stroming was het lastig om op de juiste diepte te blijven.’

In de taxi terug naar het hotel kreeg Jessica jeuk op haar buik. ‘Ik dacht dat het irritatie van mijn nieuwe broek was. De vlekjes waren licht en deden me niet denken aan huiddecompressie. Ook had ik pijn in mijn linkerschouder en arm, maar dat kwam vast door het trekken aan het touw om aan boord te komen. Tijdens het slapen had ik jeuk, waarschijnlijk van zand in het bed. Tijdens de vliegreis naar Amsterdam begon ik me ziek te voelen: koud, grieperig, naar. De dag daarna voelde ik me niet fit, maar dacht aan een jetlag. Op zondag werd ik flink zieker en besefte dat het niet goed ging. Ik had pijn in mijn schouder en arm en voelde me ellendig.’

Op maandag ging Jessica naar de huisarts, die eerlijk toegaf niets van duiken of decompressieziekte te weten. ‘Ik gaf aan dat het misschien decompressieziekte was en vroeg om een doorverwijzing naar een duikerarts. Via een omweg kwam ik bij Antonius Hypercare in Sneek terecht. Nog steeds twijfelde ik, maar duikerarts Pieter-Jan van Ooij stelde de diagnose: stikstofbellen in onder andere mijn gewrichten. Ik moest de tank in. Het team was steeds bij me, superfijn. Het zuurstofmasker was eerst wennen, maar na een grotere kreeg ik beter adem. Na tweeëneenhalf uur behandelen waren de klachten bijna weg.’

Jessica hoefde de volgende dag niet meer de tank in omdat alle klachten wegblijven. ‘Ik deel mijn verhaal omdat ik er zo van overtuigd was dat ik geen decompressieziekte had. Dat stemmetje in mijn hoofd wist ik iedere keer weer te laten zwijgen met de verklaringen die ik voor de klachten had.

Heb je ook maar het flauwste vermoeden dat je decompressieziekte hebt? Bel dan met een duikerarts!”

Heb je klachten, blijf niet wachten!

Pieter-Jan van Ooij is duikerarts bij het Duikmedisch Centrum van de Koninklijke Marine en in die hoedanigheid ook adviserend duikerarts bij Antonius Hypercare. Hyperbare zuurstoftherapie wordt, naast het behandelen van chronische ziekten, ook gebruikt bij decompressieziekte (duikersziekte).

Pieter-Jan: ‘Bij sportduikers komt decompressieziekten 1,5 keer voor per 10.000 duiken. Bij beroepsduikers is dit risico hoger omdat zij meer duiken aan de grenzen van de duiktabellen. Iedere duiker kan decompressieziekte krijgen. Toch denken veel duikers: iedereen kan het krijgen, behalve ik. Ontkenning is dan ook het eerste symptoom van decompressieziekte. Onze grootste zorg is dat patiënten zich daardoor te laat melden.’

Als een duiker met een vermoeden van decompressieziekte binnenkomt, is het belangrijkste dat de stikstofbellen, die een blokkade van de bloedvaten vormen, kleiner worden en uiteindelijk helemaal oplossen.

Pieter-Jan: ‘Hiervoor zijn er in het begin twee dingen nodig: zuurstof geven en vocht. Zuurstof zorgt ervoor dat de bellen oplossen in het bloedplasma. Ook het aangedane gebied, het gebied rondom en achter de bel, krijgt extra zuurstof waardoor de kans op beschadiging kleiner wordt.’

De verhoogde druk tijdens het duiken heeft daarnaast effect op de vochtbalans in je lichaam.

Pieter-Jan: ‘De vochtverdeling wordt anders en leidt tot verhoogde urineproductie. Het ademen door de ademautomaat zorgt er ook voor dat je gaat uitdrogen. Als je dan een bel in je lichaam hebt, kan deze minder goed afgevoerd worden omdat het bloed als het ware wat “stroperiger” wordt. Als je opkomt naar de oppervlakte, wordt de bel die op diepte is ontstaan, groter. Daarom is het belangrijk om op te komen zoals de duiktabel aangeeft.

Je moet zo snel als kan beginnen met behandelen, de kans op herstel is het grootst in de eerste drie dagen na het ontstaan van decompressieziekten. Wacht je langer dan is er kans op onomkeerbare schade. Jessica heeft lang gewacht en we zijn toch gestart met zuurstoftherapie omdat ze ook neurologisch klachten had. Er was krachtverschil tussen haar linker- en rechterarm. Dan is het toch het proberen waard om te behandelen. Terugkijkend waren al met al haar laatste duiken en de omstandigheden van het duiken niet de mooiste duiken voor haar gezondheid.’

Decompressieziekte treedt op wanneer er te veel stikstofbellen in het lichaam ontstaan door te snel opkomen na duiken. Dit kan leiden tot pijn en schade aan weefsels en organen.

Zuurstoftherapie bij decompressieziekte helpt door het sneller verkleinen/verwijderen van stikstofbellen uit het lichaam en het verbeteren van de zuurstoftoevoer naar beschadigde weefsels, wat de genezing bevordert en verdere schade voorkomt.

Antonius Hypercare biedt deze behandelmogelijkheid.